vrijdag 29 maart 2024 om 20.00 uur te Steggerda

Goede Vrijdag
Voorganger(s): Ds. A.C. Meesters

Goede Vrijdag
Voorganger: ds. Alco Meesters
Orgel: Sippie Hoornstra
Zangersgroep Lindestreek o.l.v. Inge Joldersma

Stilte

Binnenkomst kerkenraad

Lied 22b:1,2,3,4
Mijn God, mijn God, waarom verstoot u mij?
U was mij zo vertrouwd en zo nabij,
maar nu houdt u zich doof, God. Hoort u mij?
Ik ben wanhopig,
ik schreeuw het uit, maar u blijft mij ontlopen.
U ziet mij niet. Bent u mijn naam vergeten?
U redt mij niet. U die mijn God wilt heten,
hoort u mij niet?

U was een gids voor heel ons voorgeslacht,
een zuil van vuur, een ijkpunt in de nacht.
Uw volk, vertrouwend op uw overmacht,
wist zich gedragen.
Maar ik val blijkbaar buiten uw genade,
geworden tot een worm in dorre aarde,
vernederd, God, vertrapt, hoe mensonwaardig
is mijn bestaan.

Een hongerige bende jaagt mij op
en er is niemand die de horde stopt.
Ik sta verlamd en kan geen kant meer op.
Hoor honden blaffen!
Geen tegenstander kan mij harder straffen:
zie mij, doorboord mijn voeten en mijn handen,
mijn lijf ontkleed – hun leedvermaak, mijn schande!
Wordt dit mijn dood?

Mijn kleren zijn verdeeld. Het is genoeg!
Kom mij, o God, als redder tegemoet
nu ze me slaan en slaan tot bloedens toe
om mij te doden.
U lacht om heersers die zichzelf vergoden
en mij verachten. God, red nu mijn leven.
Uw koningschap is onbetwist, verheven
uw grote naam!

Gebed van Goede Vrijdag
Lied 561:1,2,3,4,5
O liefde die verborgen zijt
in diepe stilten eeuwigheid,
erbarm u over ons bestaan,
het wordt verraden en verdaan.

Hoe achtloos in ons midden wordt
het kostbaar mensenbloed gestort
en in het onbarmhartig licht
het kruis des Heren opgericht.

De minsten van de mensen zijn
daar uitgestrekt in angst en pijn.
Tot aan het eind der wereld lijdt
Christus in hun verlatenheid.

O liefde uit de eeuwigheid
die met ons mens geworden zijt,
wij bidden, laat ons niet alleen
in al het duister om ons heen,

opdat ook wij o Heer U niet
verlaten in uw diep verdriet
maar bij U zijn in al de pijn
waarmee de mensen mensen zijn.

Gebed om ontferming + Lied 299d (zangersgroep en allen)
 
1e zangersgroep, 2e  allen
Heer, ontferm U over ons.
1e zangersgroep, 2e  allen
Christus, ontferm U over ons.
1e zangersgroep, 2e  allen
Heer, ontferm U over ons.


Het lijdensverhaal uit het evangelie naar Johannes:

Lezing: Johannes 18:1-11
 


Lied 587:1 (allen)
Licht voor de wereld,  geeft U zich gevangen
in deze nacht van duistere belangen?
Ik zoek U, Heer, en vraag U: maak mijn oren     
heel om te horen.      

Lezing: Johannes 18:12-27

Lied 587:2 (allen)
Eén mens moet sterven om een volk te redden.      
Door uw gehoorzaam lijden kan ik verder,                                
warm ik mij aan uw liefde die niet loochent.   
Open mijn ogen.

Lezing: Johannes 18:28-40

Lied 587:3 (zangersgroep)
Hemelse koning, door God uitgekozen,            
waarom staat U terecht als rechteloze? 
U hebt geen schuld, de waarheid is geschonden.     
U draagt mijn zonden.         

Lezing: Johannes 19:1-16a

Lied 587:4 (allen)
Hier is God zelf, ontdaan van alle glorie,     
de mens die uit de hemel is geboren. 
Ik ben de gesel die Hem openhaalde,
ik laat Hem vallen.

Lezing: Johannes 19:16b-30

Doven van de Paaskaars

Stilte

Lied 587:5 (zangersgroep)
Jezus, gekruisigd - met ontzag en deernis
zie ik uw zorg voor moeder en voor leerling,
liefde is dorst naar vrede zonder einde,
water dat wijn wordt.

Lezing: Johannes 19:31-37

Lied 587:6 (allen)
Zing met de psalm: geen woord is er gebroken –
de waarheid is gezien om te geloven.
Daarom Heer Jezus, met de ooggetuige
wil ik mij buigen.

Lezing: Johannes 19:38-42

Lied 587:7 (allen)
Rijke geschenken zou ik willen geven,
eerbied en dank, de mirre van mijn leven.
Eer aan de Heer, die dood en duister keerde,
Licht voor de wereld.

Lied 586:1,2,3,4 (zangersgroep)
Zie de mens die in zijn lijden
teken werd voor alle tijden
van wat liefde dragen kan.

Weerloos heeft Hij heel zijn leven
zich aan anderen gegeven –
weergaloos is Hij alleen.

Die hem ooit op handen droegen
zijn dezelfden die hem sloegen
en die vroegen om zijn dood.

Maar nog is zijn hart bewogen
om hun blinde onvermogen –
stervende pleit hij hen vrij.

Gebed

Lied 560:1,2,3 (zangersgroep: 1,2 en allen: 3)
Hij ging de weg zo eenzaam
tot in Jeruzalem.
Geen vriend kon langer meegaan,
geen mens hield nog de wacht met hem.
Hij ging die weg voor hen.
Hij deed dit ook voor hen.

Hij ging de weg zo eenzaam
tot in Jeruzalem.
De beulen die hem sloegen,
bespotten met een doornenkroon.
Hij zweeg en leed voor hen,
Hij deed dit ook voor hen.

Hij ging de weg zo eenzaam.
Hij droeg zijn eigen kruis.
Hij bad: Mijn God, vergeef hen!
Hij leed en stierf op Golgotha.
Hij deed dit ook voor ons,
voor allen, ook voor ons.


In stilte verlaten we de kerk


 

terug