zaterdag 30 maart 2024
om 20.00 uur te Noordwolde
Stille Zaterdag
Voorganger(s): Ds. A.C. Meesters
Paaswake
Voorganger: ds. Alco Meesters
Orgel: Adriaan Oudkerk
Blokfluiten: Marka van Bekkum
Stilte
Binnenkomst kerkenraad
Muziek: Adagio G-Dur –
Johann Christoph Pepusch (1667-1752)
Deze nacht is anders dan alle andere nachten. Want dit is de nacht, waarin we gedenken hoe het licht tot aanschijn werd geroepen.
Lezing: Genesis 1:1-2:3
Lied 513:1,2,3,4
God heeft het eerste woord.
Hij heeft in den beginne
het licht doen overwinnen,
Hij spreekt nog altijd voort.
God heeft het eerste woord.
Voor wij ter wereld kwamen,
riep Hij ons reeds bij name,
zijn roep wordt nog gehoord.
God heeft het laatste woord.
Wat Hij van oudsher zeide,
wordt aan het eind der tijden
in heel zijn rijk gehoord.
God staat aan het begin
en Hij komt aan het einde.
Zijn woord is van het zijnde
oorsprong en doel en zin.
Stilte
Muziek: Adagio d-moll – Jean Baptiste Loeillet (1680-1730)
Dit is de nacht, waarin we gedenken hoe God de wereld redde uit de macht van zonde en dood.
Lezing: Romeinen 5:1-15
Lied 966:1,2,5
Het heil des hemels werd ons deel
alleen door Gods genade.
Wij werkten en wij wonnen veel,
maar alle winst bleek schade.
't Geloof ziet Jezus Christus aan:
wat Hij deed is genoeg gedaan
voor al wie leeft op aarde.
Geen mens kon ooit des Heren wet,
der mensen maat vervullen;
toen heeft de Zoon zich ingezet
om God en onzentwille
en kwam tot ons, een mens als wij,
maar zonder zonde, waarlijk vrij, –
de mens van den beginne.
Lof Vader, Zoon en heilige Geest,
Hem die voor alle tijden
ons heeft geroepen tot zijn feest,
die zeer ons zal verblijden.
Ja, ons verlangen wordt vervuld
en onze menselijkheid onthuld,
zij is in God voleindigd.
Stilte
Muziek: Adagio a-moll – Jean Baptiste Loeillet (1680-1730)
Dit is de nacht, waarin we gedenken hoe God zijn Zoon, Jezus Christus, heeft opgewekt uit de dood als eerste der mensen.
Lezing: Marcus 16:1-17
Lector: De Heer is waarlijk opgestaan!
Allen: Ja, Hij is waarlijk opgestaan! halleluja!
De brandende Paaskaars wordt binnengedragen
Diaken: Licht van Christus
Allen: Licht van Christus
Terwijl het Licht wordt doorgegeven, zingen we Lied 598:
Als alles duister is,
ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft,
vuur dat nooit meer dooft. (2x)
Lied 353:1,2,3,4
Nu heeft het oude leven afgedaan!
Wij mogen aan de toekomst toebehoren,
want grote dingen heeft de Heer gedaan:
wij zijn als kinderen van God herboren.
Geen macht op aarde houdt hem in zijn macht
die werd begraven in de dood des Heren,
die opstond tot het leven in zijn kracht
om aan zijn hand een nieuwe weg te leren.
Water en Geest verwekten door de doop
een nieuwe mens, die voortaan vrij mag leven.
Bevrijd van zonde en vervuld van hoop
mag hij zijn krachten aan het Godsrijk geven.
't Lied van de vreugde gaat van mond tot mond:
Gods liefde heeft ons samen uitverkoren
om overal, de hele wereld rond,
de boodschap van zijn rijk te laten horen.
Doopgedachtenis:
V. Broeders en zusters, in de doop zijn wij met Christus
Begraven om met Hem ten leven te worden opgewekt.
Daarom vraag ik u op te staan en antwoord te geven.
Wilt u de HEER uw God dienen en naar zijn stem alleen horen?
A. Ja, dat wil ik.
V. Wilt u als kinderen van God leven – wilt u zich verzetten tegen alles, wat u van God afhoudt?
A. Ja, dat wil ik.
V. Wilt u leven in het licht, leven in de vrijheid van Gods
kinderen?
A. Ja, dat wil ik.
V. Schaamt u niet Christus te belijden,
want het evangelie is een kracht van God tot behoud van
wie gelooft. en antwoordt in gemeenschap met christenen
over de hele wereld in gemeenschap met wie ons zijn
voorgegaan in het geloof:
Gelooft u in God de Vader, de Almachtige, Schepper van
hemel en aarde?
A. Ja, ik geloof.
V. Gelooft u in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze
Heer, die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de
maagd Maria,die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is
gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald in het
rijk van de dood, op de derde dag opgestaan van de
doden, opgevaren naar de hemel, en zit aan de
rechterhand van God, de almachtige Vader,
vanwaar hij komen zal om te oordelen de levenden en de
doden?
A. Ja, ik geloof.
V. Gelooft u in de heilige Geest; gelooft u de heilige algemene
kerk, de gemeenschap der heiligen; de vergeving der
zonden, de opstanding des vleses en het eeuwig leven?
A. Ja, ik geloof.
Stilte
Muziek: Allegro d-moll – Benedetto Marcello (1686-1739)
Gebeden
Lied 642:1,2,3,4,8
Ik zeg het allen, dat Hij leeft, |
dat Hij is opgestaan, |
|
dat met zijn Geest Hij ons omgeeft |
|
waar wij ook staan of gaan. |
|
|
Ik zeg het allen, en de mond |
|
van allen zegt het voort, |
|
tot over 't ganse wereldrond |
|
de nieuwe morgen gloort.
Nu schijnt ons deze wereld pas
der mensen vaderland:
een leven dat verborgen was
ontvangen we uit zijn hand.
Ten onder ging de sterke dood,
ten onder in de vloed;
nu straalt ons in het morgenrood
zijn toekomst tegemoet.
’t Is feest, omdat Hij bij ons is,
de Heer die eeuwig leeft |
en die in zijn verrijzenis |
|
alles herschapen heeft. |
|
|
|
|
Zegen
Lied 634:1,2
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Alle mens’lijk lijden hebt Gij ondergaan
om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Licht moge stralen in de duisternis,
nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is.
Geef ons dan te leven in het nieuwe licht,
wil het woord ons geven dat hier vrede sticht:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
|