(Historietje) De Hoeve (Historietje) De Hoeve
De arbeiders die op de Ooster en Westerhoeve werkten, bouwden hun woninkjes in de weilanden achter de boerderijen. In de loop van de tijd kwamen er steeds meer huisjes bij die samen twee kleine dorpjes vormden. Deze twee buurtschappen werden samengevoegd tot het dorp De Hoeve. De Hoeve is pas sinds 1 januari 1938 een zelfstandig en officieel door de gemeente Weststellingwerf erkend dorp.


Daarvoor hoorde het bij Vinkega. In 1905 wordt voor het eerst op De Hoeve een z.g. huisdienst gehouden bij dhr. Albert Hornstra. De eerste keer zal ds. Siega voorgaan en vervolgens iedere op vrijdagavond dhr. F. van Veenen, godsdienstonderwijzer te Oldeholtpa. Het is ook de eerste keer dat we apart iets lezen over De Hoeve. Ds. Siega meent dat de ge-meente op den duur een godsdienstonderwijzer zal moeten aanstellen om te voorzien in de geestelijke behoeften. Vooral omdat de grenzen onzer gemeente voortdurend besmet worden met de geest des ongeloofs van de omliggende gemeenten. Zou die geest ook niet woeden binnen de eigen gemeente en niet in het eigen hart? Die godsdienstonderwijzer zal wellicht kunnen wonen in Vinkega en godsdienstoefening kunnen houden in een toekomstig lokaal in De Hoeve.

 
In 1907 vertrekt ds. Siega naar Hellendoorn en als consulent treedt op ds. Pieter Groot uit Boijl. In een vergadering van het kiescollege krijgt ds. Groot, na twee stemmingen het meeste aantal stemmen en wordt op hem een toezegging van beroep uitgebracht. Omdat hij nog maar twee jaar predikant in Boijl is moet er dispensatie worden aangevraagd daar hij feitelijk nog niet beroepbaar is. Op 12 april 1908 doet ds. Groot zijn intrede. Hij zal geruime tijd blijven (1908-1924) en vertrekt in 1924 naar Glanerbrug.
In 1911 verliest hij zijn vrouw Mimi Aleida Daudey, 31 jaar oud. Hoewel jong, is ze bereid te sterven. Via de dominee nodigt ze de meisjes-vereniging uit voor de begrafenis en geeft de raad: “Jullie moeten rein van hart blijven want de reinen van hart zullen God zien.” Zij ligt begraven op de begraafplaats van Steggerda. Rechts naast de ingang markeert de eerste staande steen haar graf.


In maart 1919 besluit de kerkvoogdij een kerk-hof aan te leggen. De bewoners van de omliggende dorpen vertellen dat men in De Hoeve éérst voor de doden en pas later voor de levenden zorgt. In 1920 komt bij de kerkvoogdij een schrijven binnen, voorzien van 74 handtekeningen van inwoners van De Hoeve. Zij vragen om een lokaal voor christelijke doeleinden op De Hoeve. Het volgende jaar wordt er een kerkje aanbesteed voor f 5.592,- Er wordt een luidklok met een gewicht van 70 kg voor f 154,- in gehangen. In de oorlog wordt deze klok door de Duitse bezetters weggehaald. Na de oorlog is hij in Ruinerwold teruggevonden, daar deed hij dienst als alarmklok.



Al jaren doet de kerk in De Hoeve geen dienst meer als kerk. Het oude interieur is weg, de kleuren zijn veranderd en het podium is verdwenen.Sinds 2005 is de kerk in gebruik door de beeldend kunstenaar Martin de Jong. Zo heeft dit kerkgebouw zijn religieuze functie verloren maar een andere scheppende functie ervoor teruggekregen.










 
terug