UITGEBREIDE KERKHISTORIE STEGGERDA UITGEBREIDE KERKHISTORIE STEGGERDA
Één of twee kerken.

In 1898 moet er een beslissing vallen over restauratie van de kerken te Steggerda en Vinkega. Deze kwesties heeft de gemoederen enige jaren bezig gehouden.
Steeds waren er tot nu toe twee kerken in de gemeente geweest. In Steggerda woonden meer mensen en vanaf het begin in 1727 was bepaald dat er in Steggerda vaker moest worden gepreekt. Twee verschillende kerken had zijn bezwaren: sommigen wilden slechts ter kerke gaan naar de kerk in hun eigen dorp.
 
lees meer »
 
Wat verder werd besloten Wat verder werd besloten
Verder werd ook besloten om de kerken op een andere plaats, dichter naar de weg, te bouwen. Voor de kerk van Steggerda was de grond al in bezit en voorkeur ging uit naar nieuwbouw in de pastorietuin. Voor Vinkega is een steviger discussie nodig. Uiteindelijk wordt gekozen voor de bouw op gronden welke al in eigendom waren bij de diaconie.
 
lees meer »
 
In en rondom de kerken In en rondom de kerken
Het interieur

In de jaren 70 van de vorige eeuw is de kerk grondig opgeknapt. Daarbij is veel zorg besteed aan het interieur van de kerk, een grote kandelaar met kaarsen (geschenk van een echtpaar), avondmaalstafel, de houten betimmering van de consistorie en garderobe, het witten van de muren naast schilderwerk aan binnen- en buitenkant, nieuwe gordijnen aan weerskanten, nieuwe vloerbedekking, geluidsinstallatie en aparte apparatuur voor mensen met verminderd gehoor, overbrengen van banken uit de kerk Vinkega naar de kerk Steggerda en een nieuw orgel.
Een raadselachtige grafzerk
In vroegere tijden voor 1800 werden de doden vaak in de kerk begraven. In de kerk te Steggerda is nog een oude grafzerk te zien die voor de kansel ligt. Het is nog altijd onbekend wie hier begraven ligt omdat de namen er niet meer op staan.
Aan de bovenzijde van de zerk staat: “anno 1642”.
Op de steen staat een vers:
“Ick, die (hier lich) begraven
 be(en) (nu in veilige) haven
(zoals de Heere heeft) toegeseit
(En ick ook immer heb) verbeit
(so lich ick hier) onder begraven
(U Heere ick) roepe aan”.


 

 

 
 

 
 
Daaronder staat een dubbel gehelmd wapen, links een mannelijk wapen met een huismerk, een jachthoorn en een ster. Rechts een vrouwelijk wapen (ruitvorm) met halve adelaar en in de rechterhelft boven een ster en beneden een bloem (?).
 
Onder het wapen een tweede vers:
“mijn (leven) dat is ten Ende
Ick ben verlost van alle ellende
(van pijnlic) heyt aen mijn lichaem
(Ick) nu geniet beqaem
(Wat Hij beloofde) seer schoon
(En kwam) verlossen in sijnen woon”.






 


  

Het randschrift zegt: “26 maius (mei) is in den Heere gerust (prachtige uitdrukking die op veel oude grafzerken staat)
De Doechbare …………. Omtrent ……… iaeren en hier begraven”.
Aan de vier hoeken staan doodshoofden.
Wie hier begraven ligt is en blijft tot nu toe een raadsel. Vermoedelijk iemand uit de lagere landadel. De van Haren’s en de Franckena’s hadden in 1698 hier bezittingen.
Een predikant is onwaarschijnlijk, omdat Steggerda in 1642 nog geen eigen predikant had. Een heel kleine kans zou ds. Judocus Hermanni de Vos maken, con. Predikant uit Noordwolde, waar Steggerda toen ook bij behoorde. Hij ging in 1623 met emeritaat en was in 1636 nog in leven.
 
 
Het orgel Het orgel

Het einde van de 19e eeuw was ook het einde van de voorzangers. Vele eeuwen hadden de schoolmeesters trouw de psalmen en gezangen voorgezongen in de kerk.
In navolging van andere kerken werd ook in Steggerda het verlangen naar een orgel groter. In 1893 werd er voor het eerst over gesproken en in 1899 was het zover.
Er werd een “Van Dam” orgel aangeschaft gelijk met een orgel in de kerk van Vinkega. Op 11 februari 1900 werd de gerestaureerde kerk in Steggerda met het nieuwe orgel in gebruik genomen.
De betrekking van voorzanger en voorlezer werd nu opgeheven. De heer P.C. Zijlstra, hoofd van de school in Steggerda, die deze betrekking vervulde voor f 80,-- per jaar, kreeg een schadeloosstelling van f 40,-- per jaar.
 
Maar net zoals met de kerkgebouwen laat ook hier het onderhoud ten wensen over. De kwaliteit van het orgel gaan hard achteruit. Onderzoek dat in 1974 werd uitgevoerd naar beide orgels wees uit dat beide orgels niet meer te herstellen zijn ook niet met veel geld. Rest dan maar één optie, beide orgels vervangen.
 
Het orgel in de kerk van Steggerda, een flentrop, is bijeengespaard en in 1977, tijdens het vieren van het 250 jarig bestaan van de gemeente in gebruik genomen.
 
 
De bijbels in onze gemeente De bijbels in onze gemeente

De oudste bijbel die de gemeente heeft is de kanselbijbel van de kerk van Vinkega. Hij is gedrukt in 1657 bij de Weduwe wijlen Paulus Aertsz van Ravensteijn te Amsterdam. Daar is ook de eerste druk in 1637 uitgegeven. Van de koperen sloten zit er nog één aan, dat echter niet bruikbaar is. Wanneer deze bijbel in het bezit van de gemeente is gekomen is niet bekend. Voor in de bijbel staat te volgende te lezen:
Deze bijbel is opnieuw ingebonden in 1832 H. Pennink  V.D.M.

Deze regel wijst erop dat de kanselbijbel dus reeds in 1832 in het bezit van de gemeente was. H. Pennink is de predikant die in de gemeente gestaan heeft van 1830 tot 1873. Hij is evenals zijn vrouw als een van hun kinderen op Steggerda begraven. De letters V.D.M. zijn een afkorting van Verdi Divini Minister of te wel dienaar des goddelijken woords.

De kanselbijbel van Steggerda is van veel jongere datum. Het precieze jaar van uitgave staat er niet meer in. Een zogenaamd Acte van waarborg die er in opgenomen is geeft het jaartal 1867 aan. Voorts lezen we: geschenk van de Hoogwelgeb. Heer Mr. Baron W.R. te ’s Gr. aan de Herv. Gem. te Steggerda c.a. In gebruik genomen bij de inwijding van de gerestaureerde kerk te Steggerda op Zondagmorgen den 11en Februari 1900 door den Voorganger der Gemeente ds J. Groeneweg. Tekst der inwijding Openbaring 21:5a. En die op den troon zat zeide: Zie ik maak alle dingen nieuw.
 
Er is een prachtige anekdote rond deze bijbel:
In juni 1996 werd in de kanselbijbel een briefje gevonden wat gedateerd was Pasen 1945.
De oorspronkelijk tekst was:
In het noodziekenhuisje te Wolvega worden thans vier ernstige T.B.C patiënten verpleegd.
De menschen hebben allereerste behoefte aan goede voeding, waarvoor natuurlijk eieren noodig zijn. Onder de patiënten bevind zich een meisje van ruim twintig jaar. Zij is loopend uit Rotterdam in Wolvega aangekomen en bleek toen ziek te zijn en zwaar T.B.C. en ernstig ondervoed.
Zij was voornemens een dienstbetrekking te zoeken op een Friesche boerderij en moest daarom eerst onderzocht worden en toen bleek dat ze zwaar ziek was.
Nu doet zich de laatste weeken de groote moeilijkheid voor om aan de noodige eieren tekomen, reden waarom deze bekendmaking alhier plaats heeft. Zij die zelf kippen houden en hiervoor per week eenige eieren beschikbaar wil stellen kunnen zich hiervoor aangeven bij Kerkvoogd Nijenhuis.
De eieren worden behoorlijk betaald maar de prijs van f 1,20 per stuk zooals den beheerder van deze zaak de vorige week noodgedwongen moest betalen, dat gaat natuurlijk niet.
De eieren worden van huis gehaald en zoo noodig mag de prijs 25 cts bedragen, liever iets minder.
Voor de Paachdagen is in de nood ruim voorzien.
Hier wordt de gemeente de gelegenheid geboden om te voldoen aan het bevel “Draagt elkanders lasten en vervult alzoo de wet van Christus”.
 
Steggerda, Paaschen 1945
 
Het avondmaalsstel is afkomstig uit Taizé, de internationale oecumenische gemeenschap in Frankrijk en is in 2006 door da. Martje Veenstra-Oving aan de kerk geschonken.
 
Klokkenstoelen en kerkhoven Klokkenstoelen en kerkhoven
Op een tekening van de kerk in Steggerda uit 1722 is een klokkenstoel te zien met een klok. Later hebben er in de klokkenstoel twee klokken in gehangen.
Op de kleine of zuiderklok stond: Mefecit Chrstiaan en Jan Seest Amstelodami 1784 (ik ben gemaakt door Christiaan en Jan Seest te Amsterdam in 1784). Aan de voorzijde stond te lezen: Corn. Burt Andriessen, predikant, Jan Reinders, Jacob Jans Das, kerkvoogden, Jan Alberts, Stelling, schoolmeester (een stelling was een soort rechter). Aan de achterzijde was een pot met bloemen te zien waaromheen goudloof en daaronder: Jr. Anne Willem van Haren, Grietman van S.W.
Op de grote of noorderklok stond nagenoeg hetzelfde, doch het jaartal 1785.
Een oude plattegrond van het kerkhof te Steggerda toont aan dat de klokkenstoel later op een andere plaats is gebouwd, ongeveer ter hoogte waar het grindpad begint, dat naar de consistorie voert.
Op het kerkhof van Vinkega heeft een klokkenstoel gestaan met een klok. Of daar wat opgeschreven stond is niet bekend. Het heeft gestaan in een hoek van het kerkhof ten zuidwesten van de hoofdingang.
 
Bij de ingang van het kerkhof ligt een steen op een sokkel. Deze gedenksteen is ter ere van het 250 jarig bestaan van de gemeente Steggerda. Op de sokkel zitten twee natuursteen platen met tekst.
Plaat 1: hervormde gemeente Steggerda, Vinkega en De Hoeve. Eben Haezer “Tot hiertoe heeft ons de Heer geholpen” (1 Samuel 7:12)
Plaat 2: Maakt al de volkeren tot mijn discipelen (Mattheüs 28:15)
 
De tekst van de eerste plaat was de tekst van de jubileumdienst en de andere tekst die van de oudejaarsdienst 1977. De steen is geschonken door diaken J.A. Hornstra.