(Historietje) oude boekjes (Historietje) oude boekjes



De Koster, welke zich bereid verklaart de betrekking van koster der gemeente te aanvaarden onder de volgende voorwaarden:

1.Door de koster moeten waargenomen de diensten bij de openbare Godsdienstoefeningen, waartoe o.a. behoren: het halen en brengen van de toga der predikant, het aanschrijven van de tekstborden in de kerken, het gereedmaken en terechtbrengen van alles wat verder tot het kostersambt gerekend kan worden.
2.De koster maakt de kachels aan in de kerk te Steggerda, zoo dikwijls dit gevorderd word, en altijd ten minste twee uren voor den aanvang van de dan te houden Gods- dienstoefeningen.
3.De koster moet zorgen voor het stoken en goed functieoneeren van de centrale ver warmingsapperatuur in het gebouw “Het Anker” te Steggerda, volgens aanwijzing van Kerkvoogden.
4.De koster maakt de lokalen in “het Anker” gereed voor de te houden vergaderingen, en is verplicht zoo noodig te zorgen voor de koffie, enz. tegen een vergoeding in overleg te bepalen.
5.Voor de in “Het Anker” te houden vergaderingen en begrafenissen, waartoe de kos- ter opdracht van derden mocht ontvangen zal hij de in rekening te brengen [kosten] vaststellen in overleg met de Kerkvoogden, welke gerechtigd zijn eventuele verschillen een voor alle partijen bindende uitspraak te doen.
6.De koster is verplicht de gebouwen zooals de kerken en “Het Anker” voornoemd wekelijks schoon te houden en eenmaal per jaar moeten deze gebouwen een schoonmaakbeurt hebben van binnen zoowel als van buiten.
7.De koster moet alle heggen om de pastorietuinen en de kerkhoven, tweemaal per jaar knippen en van onkruiden en gras zuiveren, en alle afval opruimen op en na aanwijzing van de Kerkvoogden.
8.De koster moet de paden op de kerkhoven evenals de kerkenlanen vrij van gras en on- kruiden houden en deze geregeld schoffelen en harken. Hij moet bij sneeuwval zorgen dat de lanen naar de kerken te Steggerda en Vinkega voor de kerkgangers behoorlijk begaanbaar zijn.
9.De koster moet minstens tweemaal per jaar het gras in de pastorietuinen en op de kerkhoven en de kerklanen maaien op aanwijzing en tijdstippen door de Kerkvoogden vast te stellen, maar zoodanig naar het oordeel der Kerkvoogden moet het genoemde gras drie maal per jaar gemaaid worden. De koster moet al het afkomende gras en an- der afval opruimen op en volgens aanwijzing der Kerkvoogden verwijderen.
10.De koster is verplicht de voortuin der pastorie in netten staat te onderhouden, in overleg met en in opdracht van de Kerkvoogden, de paden te wieden en de perken te spitten. Eventueele veranderingen in den aanleg der tuinen die meerder werk zouden veroorzaken vallen hier uiteraard buiten.
11.De koster is verplicht om den moestuin van de pastorie in het voorjaar te bemesten met de daarvoor aangevoerde mest en deze tuin zoowel in het voorjaar als in het najaar te spitten op verlangen van den predikant en op diens aanwijzing. Eventuele geschillen worden door tusschenkomst van de Kerkvoogden opgelost, en is de uitspraak van Kerkvoogden bindend voor beide partijen.
12. De koster moet twee maal per dag te Steggerda, de klok luiden op de door Kerk- voogden vast te stellen uren, evenals op elke Zaterdagavond voorafgaande aan Zondag wanneer er een kerkdienst te Steggerda wordt gehouden, en te Vinkega.
13.De koster is belast met het innen van de kerkgrondpachten eenmaal per jaar, en van de bijdragen aan het fonds tot onderhoud der begraafplaatsen.
14.De koster moet alle bestaande privaten en zinkputten bij de kerken en pastorie gere- geld ledigen en de waterafvoerleidingen opschonen op aanwijzing van de Kerkvoogden, tevens is hij belast met het onderhoud van de sloten rondom het kerkhof te Vinkega tot genoegen van het Waterschap “De Linde”.
15.De bezoldiging van de koster zal bedragen Acht en veertig gulden en tachtig cent per week, maandelijks uit te betalen, benevens de volgende emolenten; [zijn beloningen voor werk die buiten het normale salaris vallen] Vrijwonen van het huis, staande te Steggerda, Steggerdaweg 33, als mede het vrije gebruik van de tuin voor en achter de behuizing voornoemd en het grasgewas van de kerkhoeven en lanen naar de kerken en het gras uit de pastorietuinen.
16.Deze aanstelling blijft van kracht zoolang de aangestelde zijn verplichtingen behoorlijk vervult, ter beoordeling van de Kerkvoogden, met dien verstande dat de Kerkvoogden, gehoord den Kerkenraad, den koster kunnen ontslaan met in achtneming van een opzegtermijn van zes maanden wanneer deze zijne verplichtingen schromelijk mocht verwaarlozen. De koster kan met inachtneming van eenzelfde termijn zijn ontslag nemen. Bij het niet op tijd betalen van de beloning door de Kerkvoogden is de koster gerechtigd op korten termijn zijn ontslag te nemen, tevens kunnen de Kerkvoogden de koster ontslaan op korten termijn, wanneer hij in zeer erge mate zijn verplichtingen zou verwaarlozen of de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zou verzuimen te verrichten op de door Kerkvoogden gewenschte tijd.
17.De koster is verplicht zijne beloning te ontvangen uit handen van en te huize van den Adm. Kerkvoogd der gemeente, en moet voor de betaling ten diens huize vervoegen, behalve wanneer er door de Kerkvoogden een kerkelijke ontvanger wordt aangesteld welke in opdracht van de Kerkvoogden de betaling moet verrichten, en deze zelf geen Kerkvoogd is.
18.Partijen verklaren zich ten allen tijde te zullen onderwerpen aan eventueele regelingen welke zijner tijd door onderling overleg omtrent salarieering en werkzaamheden tusschen de vereeniging van Kerkvoogdijen en de vakvereenigingen van kosters zullen worden getroffen.

Aldus opgemaakt te Steggerda in duplo en geteekend 1 april 1965.
De Kerkvoogden. De Koster.
———————————-

Wat mogen wij in deze gemeente blij zijn met zoveel vrijwilligers die veel van deze hierboven genoemde taken op zich hebben genomen.
Bedankt vrijwilligers!.
terug