Wat verder werd besloten
Wat verder werd besloten
Besluiten nemen lijkt dan wel makkelijk te gaan, maar even makkelijk komt men op de besluiten terug. Nog geen maand later kwam de locatiekeuze weer op de agenda te staan en wel op verzoek van de kerkvoogdij. Deze voelde zich bezwaard door de plannen om een kerk dichter bij de weg te bouwen. Niet zozeer om de locatie maar om de kosten die hier mee gemoeid waren. De extra kosten, geschat op f 3.000 waren niet op te brengen. De verbouw op zich was al een zeer zware last. Maar niet alleen de kerkvoogdij had bezwaren tegen de voorgenomen locaties van beide kerken. Bij de kerkenraad kwam een brief binnen als “bezwaar”, mede ondertekend door 67 lidmaten. Zij hadden bezwaar tegen de bouw van twee nieuwe kerken en deden ook de suggestie om één nieuwe kerk te bouwen. De “bezwaarden” waren van mening dat de gemeente opnieuw gehoord moest worden maar dit voorstel werd weggestemd. Uiteindelijk besloot men voor de bouw van twee nieuwe kerken en dan op de bestaande plaats waar deze toen ook stonden. De kogel was door de kerk en men kon verder met de plannen. In april werd de inschrijving van de kerkbouw bekend gemaakt. De laagste inschrijving was f 15.920,--, wat wel f 1.000 boven de begroting was. Dan gaat het snel in april 1900 staat in de notulen dat er enkele besluiten genomen worden over de kerkbouw die al in het laatste stadium is. Want er werd een machtiging verleend voor het opnemen van geld voor de aannemer voor de betaling van de laatste gedeelten van de aanneemsom. En er werden afspraken gemaakt over het afverven van de kerk. Ondanks dat er sprake was van een relatief jonge kerk bleek in 1988 dat de toren een onderhoudsbeurt moest ondergaan. Zeer noodzakelijk maar om financiële redenen was dat altijd uitgesteld. Er werd eerst besloten tot een noodherstel van alleen de kapotte leien. Dit in afwachting van voldoende geld om een grote onderhoudsbeurt uit te laten voeren. De begroting voor de onderhoudsbeurt van de toren werd vastgesteld op f 116.000,-- Geld wat men niet had, er werden subsidies aangevraagd en er werd een dringend beroep gedaan op de gemeenteleden maar ook oud leden en doopleden en alle inwoners van Steggerda om een bijdrage te storten. Daarnaast werden er allerlei acties op touw gezet. En bij vele instanties werden verzoeken om subsidie ingediend en velen afgewezen. In maart 1989 was het streefbedrag ontvangen en werd de onderhoudsbeurt aanbesteed. Zoals zo vaak bij dergelijke werkzaamheden vallen de kosten altijd hoger uit. De begroting was dan al opgelopen tot f 150.385,--. Maar ook tijdens de werkzaamheden deed zich een tegenslag voor: grote delen van de zoldering van de kerk was door de “mest” van vleermuizen en vogels aangetast door droogrot en moest vervangen worden. De totale kosten van de onderhoudsbeurt kwamen rond de f 170.000,-- te liggen. | ||
terug | ||